Het probleem opzoeken Gesprek met Hans Renders, directeur van het Biografie Instituut Dik van der Meulen
Hans Renders. Foto: Dik van der Meulen
Dit jaar nog, om precies te zijn in september, gaan in Groningen de poorten van het nieuw opgerichte Biografie Instituut open. Reden om contact te zoeken met de directeur van dat instituut, Hans Renders. Het gesprek heeft plaats, niet in Groningen, maar in Renders' woning nabij het Amsterdamse Leidseplein; een buurt waar menig te biograferen persoon heeft gewoond, of nog woont. Het is geen toeval dat juist Renders aan het hoofd staat van het Biografie Instituut: hij werkt aan een biografie van Jan Campert en is gepromoveerd op het leven van Jan Hanlo.
Omdat het instituut onderdeel is van de Rijksuniversiteit Groningen, gaat het gesprek al snel over de biografie als wetenschappelijk genre. Inhakend op de discussie die Annejet van der Zijl anderhalf jaar geleden aanwakkerde (ook binnen de kolommen van het Biografie Bulletin) over het promoveren op biografieën, merkt Renders op: ‘Je hoort vaak zeggen dat een biografie niet te wetenschappelijk mag zijn. Ik vermoed dat daarmee bedoeld wordt: ze mogen niet te slecht geschreven worden. En ook: ze moeten niet al te moeili
Soorten promotietrajecten
Promoveren zonder dienstverband bij de Universiteit Utrecht
Naast het promoveren als werknemer van de universiteit of het UMC zijn er nog andere mogelijkheden om aan een promotieonderzoek te werken.
Beurspromovendus
Een beurspromovendus heeft geen arbeidsovereenkomst met een universiteit, maar ontvangt financiering voor een promotieonderzoek van een externe beurzenverstrekker. Naast de eisen die een beurzenprogramma stelt aan kandidaten is het ook een voorwaarde dat je aan de Universiteit Utrecht wordt toegelaten tot de promotie. Dat betekent dat je moet voldoen aan de ingangseisen, en dat je een beoogd promotor hebt. De Graduate School kan je hierbij adviseren.
Extern gefinancierde promovendus
Extern gefinancierde promovendi mogen in de tijd van hun eigen werkgever (bijvoorbeeld een overheid of onderzoeksinstituut) hun promotieonderzoek doen. Vaak worden zij een gedeelte van hun aanstelling vrijgesteld voor het onderzoek. Het salaris wordt dus betaald door de eigen werkgever, maar het promotieonderzoek wordt begeleid door een promotor van de Universiteit Utrecht of het UMC Utrecht. Informeer bij je eigen werkgever naar de mogelijkheden. De Graduate School kan je adviseren over het zoeken van een beoogd promotor.
Buitenpromovendus
Buitenpromov
Zo ziet je promotietraject er uit
Zo snel mogelijk na inschrijving, maar uiterlijk binnen drie maanden, stel je je opleidings- en begeleidingsplan (OBP) op. Je stelt dit OBP samen met je promotor vast. Het OBP bevat afspraken tussen promotor en promovendus met betrekking tot de opleiding en de begeleiding gedurende het promotietraject. In het opleidings- en begeleidingsplan is het volgende tenminste vastgelegd:
De duur van het traject;
Samenstelling van het begeleidingsteam;
Eventuele verplichtingen van de promovendus die als voorwaarde gelden voor verdere inschrijving in het promotietraject.
De basisafspraken voor het OBP zijn vastgelegd in de CAO Nederlandse Universiteiten in artikel Daarnaast hanteert elke faculteit een aantal specifieke richtlijnen. Er kunnen bijvoorbeeld eisen gesteld worden aan de vorm, de tijdsspanne en het verplicht te volgen onderwijs. Meer informatie en/of een sjabloon kun je opvragen bij de facultaire PhD-coördinator of bij je begeleider. Kort na registratie dien je je OBP te uploaden in Hora Finita. We raden je aan hier alvast mee te beginnen zodra je promotietraject is gestart.
Op zaterdag 14 oktober vindt op de Campus Radboud Universiteit Nijmegen de landelijke dag Cultuurwetenschappen plaats. Op deze dag staat de biographical turn centraal, meer specifiek de vraag wat de biografische benadering bijdraagt aan cultuurwetenschappelijk onderzoek. Zowel studenten als niet-studenten zijn welkom.
Thema van de Landelijke dag Cultuurwetenschappen
'Iedereen een biografie', zo luidde de kop boven een artikel in een regionaal dagblad, waarin aandacht werd gevraagd voor de opmerkelijke hausse in de publicatie van biografieën. Van elke schrijver, kunstenaar, politicus, sportvrouw of -man lijkt een levensbeschrijving te worden uitgebracht, en de ene verkoopt nog beter dan de andere.
Zo verschenen meer of minder recent levensbeschrijvingen van de verzetsstrijder Anton de Kom, van oud-premier Drees (in liefst vijf delen), van de ondernemer Gerard Heineken en van Koningin Juliana; van kunstenaars als Rik Wouters, Piet Mondriaan en Mark Rothko, en van de pianiste Clara Schumann; van literatoren als Couperus, W.F. Hermans, J.C. Bloem en Boudewijn Büch; en van filosofen als Nietzsche, Ludwig Wittgenstein, Jean-Paul Sartre en Hannah Arendt.
Maar niet alleen het aantal biografieën stijgt, ook de status van de biografie is verhoogd.
Verandering in denken over de b
De perfecte biografie: zo speur je naar een levensverhaal
‘Dat Sinatra contact had met de maffia, dat weten we dankzij zijn biograaf Kitty Kelley. En omdat Kelley het grondig heeft uitgezocht, weten we dat Oprah Winfrey een groot deel van haar levensverhaal bij elkaar heeft gefantaseerd. Dankzij biografen en het feit dat ze niet terughoudend zijn, begrijp je meer van de mensen.
‘Het verdient zeer de voorkeur pas een biografie over iemand te schrijven wanneer die persoon dood is. Liefst pas na een jaar of tien. Tegen die tijd beginnen vrienden ook papieren weg te doen en willen ze wel vertellen. Tien jaar na iemands dood zijn er meer archiefstukken toegankelijk.
‘Belangrijk is dat je drie perspectieven in de gaten houdt. Hoe zag je onderwerp zichzelf? Hoe zagen anderen hem of haar: welk beeld komt naar voren uit interviews of recensies? En hoe zie jij als biograaf je onderwerp. Want jij moet er een verhaal van maken, met een kop en een staart.
‘Je moet het private en het publieke domein van je onderwerp met elkaar in verband brengen. De persoonlijke levenssfeer moet je onderzoeken om te weten te komen of daar de reden zit dat we nog steeds over iemand praten.
Saillante details
‘Probeer wat saillante details te vinden die illustratief zijn voor hoe iemand was. Die zeggen