Familie kremer kunst

[Jacobus Jan Cremer]

Cremer (Jacobus Jan), geb. te Arnhem l Sept. , bracht een groot gedeelte van zijn jeugd, behalve op de kostschool ‘Het Hemeldal’ te Oosterbeek, in de Overbetuwe door, waar zijne ouders bij Driel het buitengoed ‘De Oldenhoff’ bewoonden. Onder leiding van den landschapschilder Hendriks, ‘den schilder van Wolfhezen’, legde hij zich aanvankelijk op de schilderkunst toe, doch beoefende tevens, niet zonder vrucht, de letterkunde. Ofschoon reeds in op de tentoonstelling te Rott. een kapitaal landschap van zijn hand zeer werd geprezen en verkocht, zoo verwisselde hij toch na zijn huwelijk in allengs het penseel met de pen, en schreef gedurende een vijfjarig verblijf te Loenen a.d. Vecht een aantal verhalen, die toen reeds met belangstelling werden ontvangen. De uitstekende wijze, waarop hij vooral zijne Betuwsche vertellingen voordroeg, maakte mede zijn naam steeds meer bekend, terwijl hij, sedert te 's-Gravenhage gevestigd, zich alleen op letterk. studiën toelegde. Hij overleed er 5 Juni

Zijne algemeen hooggeschatte werken worden aldus in chronologische volgorde opgegeven: De lelie van 's Gravenhage, roman, ; Een gedachte op oudejaarsavond, ; De droom eener moeder, (Juli); Wiege-Mie, Overbet. nov., ; Een Betuwsch

CREMER, Jacobus Johannes

sociaal betrokken schrijver en kunstschilder, is geboren te Arnhem op 1 september en overleden te Den Haag op 5 juni Hij was de zoon van Alexander Cremer, koopman en grondbezitter, en Louisa Nagel. Op 19 mei trad hij in het huwelijk met Johanette Louise Brouerius van Nidek, met wie hij drie dochters en een zoon kreeg.
Pseudoniem: Jan Stukadoor.

Cremer bracht zijn eerste levensjaren door in Gelderland. Zijn vader was een vermogend koopman die in Arnhem een groot huis aan het Velperplein liet bouwen en ook het buitenverblijf De Oldenhof bij Driel in de Over-Betuwe bezat. Daar maakte Cremer kennis met het boerenleven dat hij later in zijn in dialect geschreven Betuwsche Novellen (Haarlem ) en Distels in 't weiland. Over-Betuwsche Vertellingen (Leiden ) geïdealiseerd zou weergeven. Cremer had geen aanleg voor studie en zijn ouders zorgden ervoor dat hij teken- en schilderlessen kon nemen om als kunstschilder in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien. Na zijn opleiding vestigde hij zich te Loenen aan de Vecht en, enige jaren later, te Den Haag. In de donkere herfst- en wintermaanden met ongunstig schilderlicht legde hij zich toe op het schrijven van zowel romans als korte verhalen. Vooral zijn voordrachten uit eigen werk werden binnen korte t

Op voorraad

Op 7 maart droeg de schrijver J.J. Cremer zijn aanklacht tegen kinderarbeid in de Leidse wolspinnerijen voor, die onder de titel &#;Fabriekskinderen, een bede doch niet om geld&#; werd gepubliceerd. Mede dankzij deze publicatie kwam in het bekende kinderwetje van de liberaal Samuel van Houten tot stand, waarmee een verbod op fabrieksarbeid door kinderen onder de twaalf jaar van kracht werd.

Precies jaar na Cremers voordracht brachten Stichting Industrieel Erfgoed Leiden (Stiel) en de Dirk van Eck-stichting de tekst opnieuw uit, met een hertaling naar hedendaags Nederlands door Korrie Korevaart (Universiteit Leiden). De oorspronkelijke tekst is als facsimile op verkleind formaat opgenomen.

De Leidse stadshistoricus Cor Smit schreef een uitgebreide toelichting. Het boek is rijk geïllustreerd. Op een stadsplattegrond uit is aangegeven welke industrieën er eind negentiende eeuw in Leiden aanwezig waren.

Tweede druk.

Paperback, , 88 blz., 60 ill.

ISBN

Cremer, Jacob Theodoor ()

&#; Huygens ING - Amsterdam. Bronvermelding: C. Fasseur, 'Cremer, Jacob Theodoor ()', in Biografisch Woordenboek van Nederland. URL: []

Cremer, Jacob Theodoor, minister van Koloniën (Zwolle - Amsterdam ). Zoon van Jacob Theodoor Cremer, controleur van het kadaster en de directe belastingen, en Louise Toewater. Gehuwd op met Annie Hermine Hogan. Uit dit huwelijk werden 3 zonen en 2 dochters geboren (alsmede 3 jong gestorven kinderen).

Afkomstig uit een bekende Gelderse familie - zijn grootvader was rentmeester van de Veluwe en ontvanger der domeinen te Arnhem geweest, de letterkundige en schrijver van Betuwse novellen J.J. Cremer was een volle neef - groeide hij als jongste in een gezin van vier kinderen op te Zwolle. Hier bezocht hij de Nutsschool en de Franse school. Nadat Cremer sr. in met pensioen was gegaan en naar Oosterbeek verhuisd, werd deze schoolopleiding voortgezet aan het instituut Vethake te Arnhem. Cremer zou, toen hij deze onderwijsinstelling verliet, liefst letteren zijn gaan studeren, maar die studie bood weinig maatschappelijke perspectieven en was uit een financieel oogpunt voor de ouders niet zonder bezwaar. Hij werd daarom voor de handel bestemd en op zestienjarige leeftijd als jongste bediende geplaatst op het kant

J.J. Cremer

Populaire boeken van J.J. Cremer

J.J. Cremer is vooral bekend van zijn/haar boeken Fabriekskinderen (), Betuwse novellen () .

ADVERTENTIE

Slim oefenen met Mijn Examenbundel

Wil jij onbeperkt online oefenen met examenopgaven, uitlegvideo's en examentips bekijken en je voortgang bijhouden? Maak snel een gratis account aan op  

Alle verslagen over J.J. Cremer

Er zijn nog geen verslagen geschreven over deze persoon.

Verslag toevoegen