Status mentalis voorbeeld
Nu de evolutionaire psychiatrie aan terrein wint (Hodiamont ), was het slechts een kwestie van tijd voordat ook de posttraumatische stressstoornis (ptss) op deze wijze geanalyseerd zou worden. Cantor probeert dat in zijn boek Evolution and posttraumatic stress. Ruim een derde van het boek is uitleg over de ptss, de geschiedenis van het concept, het klinisch beeld en de conventionele theorieën erover. Vervolgens wordt een kwart van het aantal pagina's besteed aan de evolutie van menselijke verdedigingsmechanismen. Daarna wordt de ptss onderzocht in termen van waakzaamheid en verdediging. Dit is een heel plausibele manier van kijken naar hoe mensen reageren onder stress en extreme omstandigheden. Nieuw is het echter niet, het is niet moeilijk om daar een groot aantal literatuurverwijzingen voor te geven. De gedachte om vanuit een evolutionair perspectief naar de ptss te kijken is intrigerend, maar Cantor faalt. Hij blijft steken bij de reactie op stress, maar bij de ptss gaat het er juist om waarom deze reacties niet meer afnemen en daar komt Cantor in het geheel niet uit. Nu heeft de posttraumatische stressstoornis een zeer lange geschiedenis en is de frequentie van de stoornis door de tijd ruwweg hetzelfde gebleven. Daarvoor k
Richtlijnendatabase
Uitgangsvraag
Behoort een heteroanamnese standaard onderdeel te zijn van een CGA?
Aanbeveling
Een heteroanamnese is een standaard onderdeel van het CGA.
De heteroanamnese dient minimaal de volgende onderdelen te bevatten:
- Probleemverheldering door de heteroanamnestische informant met aandacht voor therapietrouw
- Een inventarisatie naar de cognitieve functies, het gedrag en psychiatrische symptomatologie
- Een heteroanamnestische indruk van het functioneren
- Een overzicht van de sociale situatie en de zorgconsumptie
- Een indruk van het systeem en de belasting van mantelzorgers.
Onderbouwing
Achtergrond
Bij geriatrische patiënten wordt de autoanamnese vaak beperkt door cognitieve of psychiatrische stoornissen en/of functionele beperkingen, zoals neurologische aandoeningen of hardhorendheid. Heteroanamnese van een mantelzorger kan een waardevolle aanvulling geven op de autoanamnese om om toch informatie over de patiënt te kunnen verkrijgen. Nut en noodzaak van de heteroanamnese wordt door klinisch geriaters breed gedragen. Er is gekeken naar wetenschappelijke evidence voor een heteroanamnese als onderdeel van het CGA. Daarnaast wordt het wettelijke kader geschetst.
Conclusies / Summary of Findings
Niveau achtergrond Volgens sommige psychiaters is de biografische anamnese een onmisbaar onderdeel van het psychiatrisch onderzoek. De biografische anamnese kan onder andere informatie verschaffen over etiologische en betekenisgevende factoren in de ontwikkeling en levensloop van de patiënt. Bovendien kunnen in de biografische anamnese persoonlijkheidstrekken, copingstijlen en afweermechanismen naar voren komen, die een kwetsbaarheid voor of juist een bescherming kunnen opleveren tegen het ontstaan van een psychiatrische ziekte. Volgens anderen is het afnemen van de biografische anamnese een tijdrovende en zinloze exercitie, die in de praktijk nauwelijks bijdraagt aan de diagnose of de behandeling. Bovendien is het nut en noodzaak nimmer wetenschappelijk aangetoond of überhaupt aantoonbaar. doel De centrale vraag in deze discussiegroep is welke plaats en hoeveel nadruk de biografische anamnese heeft of moet hebben in een richtlijn psychiatrisch onderzoek, die bedoeld is als gedragslijn voor gepast medisch-psychiatrisch handelen en gebaseerd is op wetenschappelijke literatuur en inzichten van deskundigen. methode De discussie zal worden ingeleid door een voor- en een tegenstander. resultaat en conclusie Het resultaat en de conclusies van de discussie kunnen een bijdr De diagnose van psychiater Floortje Scheepers laat weinig aan de verbeelding over. In haar boek 'Mensen zijn ingewikkeld' bekritiseert de hoogleraar 'innovatie in de GGZ' aan het Universitair Medisch Centrum in Utrecht de fundamenten van de huidige geestelijke gezondheidszorg in Nederland. Te veel in de ban van de 'DSM', te biologisch georiënteerd, te reductionistisch denken. De patiënt 'GGZ' kent inmiddels wel enig ziektebesef, zo schrijft Scheepers, maar heeft te veel 'angst' voor het 'niet-begrijpen', 'een drang tot legitimatie' die ten koste gaat van patiënten en 'zit vast in systemen'. Scheepers zelf wil weg van ‘de stoornissen, de ziektes die enkel in ons hoofd zouden zitten’. Ze wil meer oog voor de maatschappelijke context van mensen die ‘mentaal ontregeld’ raken en de interventies die juist vanuit die context mogelijk zijn. Ze bepleit ‘ruimte voor het relationele, voor het geheim van het contact maken.’ De Nederlandse geestelijke gezondheidszorg moet in haar ogen echt anders. ‘Wij schaden soms mensen door onze manier van kijken. Heel veel mensen met ernstige problematiek beginnen niet zo. Maar als je die mensen enkel medisch probeert in te delen en geen oog hebt voor wat er in andere domeinen van hun leven nodig is, lopen ze vast en komen ze uiteindelijk in een hoog Laatst beoordeeld : Laatst geautoriseerd : Geplande herbeoordeling : Uiterlijk in bepaalt het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) of de modules in deze richtlijn nog actueel zijn. Zo nodig wordt een nieuwe werkgroep geïnstalleerd om de richtlijn te herzien. De geldigheid van de richtlijn komt eerder te vervallen indien nieuwe ontwikkelingen aanleiding zijn om een herzieningstraject te starten. De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) is als houder van deze richtlijn de eerstverantwoordelijke voor de actualiteit van deze richtlijn. De andere aan deze richtlijn deelnemende wetenschappelijk verenigingen of gebruikers van de richtlijn delen de verantwoordelijkheid en informeren de eerstverantwoordelijke over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied. Doel Psychiatrische di |