Menno simons biografie
[Menno Simons]
MENNO SIMONS, geb. te Witmarsum in , overleden op Wüstefeld bij Oldesloe (Holstein) 31 Jan. Zijn ouders waren waarschijnlijk uit den boerenstand. Ongeveer het najaar huwde hij Geertruid, bij wie hij enkele dochters had en een zoon Jan. Een dochter heeft verhalen over haar vader gedaan aan den Hoornschen leeraar Pieter Jansz. Twisck. Van zijn afstammelingen is verder niets bekend. Eén broeder minstens had hij, die omgekomen is bij het oproer van Oldeklooster, vermoedelijk Peter Simons geheeten. Geertruid is misschien een dochter van Herman Hoyer, allicht dezelfde als Herman Jansz van Witmarsum tegen wien tegelijk met zijn broeder Gerrit de doodstraf is geeïscht, wegens het herbergen van den voortvluchtigen Menno (24 Oct. ), maar die begenadigd zijn. Aan zijn schoonzuster Griet, de vrouw van Rein Edes, is een brief van Menno bewaard gebleven. Zijn uiterlijk wordt beschreven als ‘een dik vet zwaar man, scheef van aangezicht en een bruinen baard en hij kon niet wel gaan’. In het laatst van zijn leven was hij zeker kreupel en liep hij op een stokje. Martinus Micron zegt ‘aan één been krank, anders zeer sterk en gezond’. Van de vele gegraveerde portretten van hem mag worden aangenomen, dat zij weinig g
Serie: Doopsgezinden
Biografie Menno Simons ()
Menno Simons kwam in in Witmarsum als zoon van een boer ter wereld. Simons werd in kapelaan in Pingjum. Daar begon hij zijn werk in de kerk, als hulp van de pastoor. In volgde, na zijn priesterwijding, de benoeming tot pastoor in zijn geboortedorp Witmarsum.
In deze plaats voltrok zich zijn geestelijke overgang, leidend tot een breuk met de roomse kerk in Simons was al 41 jaar toen hij met de Roomse Kerk brak.
Simons zag zich als leider van „arme verdoolde schapen, die daer dwaelden, als die gene rechte herders hadden.” Die arme schapen werden door de overheden in de zestiende eeuw zwaar vervolgd. Of ze nu revolutionair gezind waren of teruggetrokken leefden, ze werden gezien als een bedreiging voor kerk en staat.
Simons’ taak was vooral het begeleiden en adviseren van de doopsgezinden en leidinggeven aan het gemeenteleven. Hij schreef werken waarin de doperse leer vorm kreeg. Het belangrijkste werk was ”Dat fundament des christelycken leers” (/). Menno Simons discussieerde ook met gereformeerden, zoals met de Poolse hervormer A Lasco en de calvinistische predikant Micron.
Menno Simons wordt terecht gezien als de vader van de Nederlandse doopsgezinden. Zijn volgelingen, de mennonieten of mennisten, kenmerkten zich door een
Hollandse vrijgeesten
In die beeld-shift speelde K.O. Meinsma een voorname rol. In publiceerde hij zijn Spinoza en zijn Kring, Over Hollandse vrijgeesten, een nog steeds geciteerd werk waarin hij op erudiete wijze de ruime vriendenkring van Spinoza in kaart brengt. Spinoza leefde zeker geen kluizenaarsleven.
Dat neemt niet weg dat in ten gevolge van de ban die over hem werd uitgesproken een flinke slag werd toebedeeld aan Spinoza’s joodse vriendenkring en dat in eigen midden zijn sociale contacten zo goed als uitdoofden. De breuk met zijn joodse familie was, mogen we geredelijk veronderstellen, vrijwel compleet: zijn stiefzuster Rebecca en zijn schoonbroer Caceres, eerder gehuwd met haar oudere zuster Miriam, gelovige lui, verbraken - conform de ban - alle banden.
In die omstandigheden is het zeer begrijpelijk dat hij na de ban zijn verlies aan joodse kennissen en vrienden compenseerde met het aanhalen en versterken van zijn christelijke con
Doopsgezind Koudum
Menno Simons (Witmarsum, ca. – Bad Oldesloe (Sleeswijk-Holstein), 31 januari) was een Nederlandse, voormalige rooms-katholiekepriester en leidinggevende en anabaptistische reformator (kerkhervormer).
Levensloop
Hij werd in Utrecht tot priester gewijd, en werd in aangesteld als kapelaan in Pingjum. Hij sympathiseerde eerst met Luther in de jaren 20 van de 16e eeuw, daarna voelde hij zich meer aangetrokken door Huldrych Zwingli. Rond raakte hij onder de indruk van de uit Zwitserland stammende anabaptisten, ook wel dopers of wederdopersgenoemd, maar in werd hij pastoor te Witmarsum. Hij preekte in de jaren vurig tegen de militante praktijken van Jan van Leiden enJan van Batenburg. In liet hij zich echter opnieuw dopen (wederdopen; hij was reeds als kind gedoopt in de katholieke Kerk), en daarmee kwam het tot een openlijke breuk met de rooms-katholieke Kerk. Op 30 januari verliet hij Witmarsum. In verband met de vervolgingen vertrok hij naar Groningen en Oost-Friesland. Bij de vergaderingen van Bocholt en Oldenburg was zijn aanhang nog een minderheid ten opzichte van die van David Joris, maar later zouden de mennonieten, vooral in Noord-Amerika, de hoofdstroming van de Doopsgezinden worden.
Simons organiseerde door heel het Duitse taalgebied
Menno Simons
levensbeschrijving(en)
MENNO SIMONS, * Witmarsum ca. , te Wüstefeld bij Oldesloe (Holstein) 31 jan. Ouders behoorden waarschijnlijk tot de boerenstand. Priesterwijding (in Utrecht?) R.-k. vicaris Pingjum bij Witmarsum , pastoor Witmarsum ca. Doopsgez. oudste Reizend prediker en pastor, schrijver en apologeet in de N.-Neder- landen, O.-Friesland, Holstein en Rijnland. meer
in Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 3 () in de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
in Tractaten over den doop, het avondmaal, enz. (ed. C.P. van Eeghen) () in de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
in Auteurspagina in de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
in Glasius, Godgeleerd Nederland