Caravaggio biografie kurz
- La Vérité Nue : Gerstl, Kokoschka, Schiele, Boeckl. Exposition Fondation Dina Vierny - Musée Maillol, Paris, du 19 janvier au 23 avril
18,00 Euro
Bestellen/Order
ACCONCI, VITO. - Vito Acconci.
50,00 Euro
Bestellen/Order
ACKERMANN FRANZ; THOMAS RACHAEL [ED.]. - Franz Ackermann. Irish Museum of Modern Art. 20 July - 23 October
25,00 Euro
Bestellen/Order
ADAMI - MENGS, ANTON RAPHAëL. - Adami. Peintures. Repères. Cahiers d'art contemporain n�47
15,00 Euro
Bestellen/Order
ADAMS, DENNIS, BALKENHOL, STEPHAN, DELEU, LUC, RUYGROK, MARC & SARKIS. - Kalkhaven Nl Dordrecht. 51 48 - 04
20,00 Euro
Bestellen/Order
ADCOCK, LILIAN - REMI DE CNODDER. - Lilian Adcock.
30,00 Euro
Bestellen/Order
AGASSE, JACQUES LAURENT. - Jacques-Laurent Agasse,
20,00 Euro
Bestellen/Order
AIRO, MARIO., BOLINK, MERIJN., COLLISHAW, MAT., FORTUYN/ O'BRIEN., MARISALDI, MARIA., ROOSEN, MARIA., SPALLETTI, ETTORE. & WEINER, LAWRENCE. - Exchanging Interiors. Mario Airo. Merijn Bolink. Mat Collishaw. Fortuyn / O'Brien. Eva Marisaldi. Maria Roosen. Ettore auteur onbekend WHO Classification of Head and Neck Tumours €
colleen geske You know youre Dutch when €
Dorfles, Gillo Kitsch €
Paul B. Mann How to draw rolling stock €
MORRIS, William William Morris €
J. Elffers Tangram €
Gert Verhulst De verdwijning van Bo €
Wilfrid Blunt The golden road to Samarkand €
Malcolm Godwin The Holy Grail €
Sanne-Lot van Ulzen Samen kijken naar autisme €
Georg Groddeck Der Seelensucher €
Marten Toonder Koning Hollewijn en de mensenhater €
Irene Somogyi Tenen lezen €
Carine van den Berg Voetdiagnostiek €
P. Levine Spreken voor de doden €
C. Armstrong Jigsaw €
C. Armstrong Het Vagevuur €
Rita Spijker Kreukherstellend €
J.G. Defares Sporen van God €
Holger Hannemann Voetreflextherapie €
P. Tholey K. Utecht Richard Bouwman Bewust willen dromen €
Curtis W. Casewit Richard Bouwman Grafologie in de praktijk €
G.D. Van De Heide W. Tj. Hellinga Zwerfstenen €
Steve Richards Richard Bouwman Geluk, kans of toeval 2 Geschiedenis van de term ‘realisme’ in de kunst- en literatuurbeschouwing tot buiten Nederland
Het gebruik van de term ‘realisme’ door Immanuel Kant zou voor de kunst- en literatuurbeschouwing minder belangrijk zijn wanneer Friedrich Schiller niet zo'n trouw student was geweest van diens filosofische naar voetnoot1 Schiller ontleent aan Kant de termen ‘realist’ en ‘realisme’, en vormt bovendien de afleidingen ‘realistisch’ en ‘Realistinnen’.Ga naar voetnoot2 Hij gebruikt deze termen in de verhandeling Über naive und sentimentalische Dichtung en in zijn correspondentie met Goethe.
F. Schiller: Über naive und sentimentalische Dichtung (/)
De verhandeling Über naive und sentimentalische Dichtung verschijnt in / in het door Friedrich Schiller geredigeerde tijdschrift Die Horen en wordt in als boek uitgegeven. In het slotdeel van deze beschouwing komt Schiller tot de beschrijving van wat hij noemt, ‘einen sehr merkwürdigen psychologischen Antagonism’ dat ‘radikal’ is en ‘in der innern Gemütsform gegründet’,Ga naar voetnoot3 en dat voor de mensheid veel ernstiger gevolgen heeft dan welke toevallige belangenstrijd d
De iconische blik. Het nieuwe lam van het Lam Gods, in Wessel Stoker (ed.), Waar kunst religie kust. In discussie met Marc De Kesel over moderne religieuze kunst, Tilburg, , p.
Toen de 16de-eeuwse overschildering van het lam op het Lam Gods () verwijderd werd, kwam een ander dier tevoorschijn (afb. 1a-b). Het lam bleek geen snuit te hebben, maar veeleer een gelaat met ogen vooraan geplaatst in plaats van opzij. De oorspronkelijke schildering van het lam werd later gelaakt als een démarche, een middeleeuwse naïveteit die met 16de-eeuwse expertise moest worden overschilderd en gecorrigeerd. Niettemin bezaten Jan van Eyck (ca. - ) & Hubert van Eyck (ca. - ) met hun buitengewoon observatievermogen een onberispelijke kennis van de fauna en flora. De Meesters schilderden in plaats van het ‘natuurlijke’ lam, immers het ‘theologische’ lam: het lam Gods van de Openbaring met gouden stralenbundel. Bij de van Eycks wordt het apocalyptische lam een unieke, indringende gedaante, begiftigd met een haast menselijke blik als van de Mensenzoon zelf. Eén detail van de lamsogen ontlenen de schilders echter aan de dierlijke soort zelf: de overdwarse pupil die de geiten, de schapen en de herten gegeven is. Als kwetsbare prooidieren biedt de horizontale pupil hen een groter breedte-zicht. Waa
Primitieve kunstgeschiedenis
Verhalen van waanzin, zelfmoord, magie en misdaad
Enkele maanden geleden verscheen de Encyclopedie van fictieve kunstenaars. Van tot heden. [1] Dit boek, waarvan enkele delen eerder in De Witte Raaf (nrs. 76 en 77) zijn gepubliceerd, vormt een inventaris van allerhande verzonnen beeldende kunstenaars, die als personage optreden in romans, verhalen en toneelstukken. Het omvat ongeveer alfabetisch gerangschikte lemma’s en een reeks registers, die de personages op basis van diverse criteria rangschikken. De meest tot de verbeelding sprekende lijst is ongetwijfeld het register dat de fictieve kunstenaars in een chronologische ordening onderbrengt. Het gaat hier niet over de reële datum waarop de personages zijn ‘geboren’ (met andere woorden de publicatiedata van de boeken waarin ze opduiken), maar over de periodes waarin de fictieve kunstenaars gesitueerd worden. In die zin bestrijkt het boek een veel ruimere periode dan dat zijn ondertitel aangeeft: fictieve kunst was er reeds in het Paleolithicum, terwijl de kunstenaars Arjillax en Martellus actief zijn omstreeks het jaar Het gaat dus om een fictieve chronologie, die de volgende vraag opwerpt: kunnen we gewag maken van een fictieve kunstgeschiedenis?
Historische condities
Het wordt al snel
2 Geschiedenis van de term ‘realisme’ in de kunst- en literatuurbeschouwing tot buiten Nederland
Het gebruik van de term ‘realisme’ door Immanuel Kant zou voor de kunst- en literatuurbeschouwing minder belangrijk zijn wanneer Friedrich Schiller niet zo'n trouw student was geweest van diens filosofische naar voetnoot1 Schiller ontleent aan Kant de termen ‘realist’ en ‘realisme’, en vormt bovendien de afleidingen ‘realistisch’ en ‘Realistinnen’.Ga naar voetnoot2 Hij gebruikt deze termen in de verhandeling Über naive und sentimentalische Dichtung en in zijn correspondentie met Goethe.
F. Schiller: Über naive und sentimentalische Dichtung (/)
De verhandeling Über naive und sentimentalische Dichtung verschijnt in / in het door Friedrich Schiller geredigeerde tijdschrift Die Horen en wordt in als boek uitgegeven. In het slotdeel van deze beschouwing komt Schiller tot de beschrijving van wat hij noemt, ‘einen sehr merkwürdigen psychologischen Antagonism’ dat ‘radikal’ is en ‘in der innern Gemütsform gegründet’,Ga naar voetnoot3 en dat voor de mensheid veel ernstiger gevolgen heeft dan welke toevallige belangenstrijd d
De iconische blik. Het nieuwe lam van het Lam Gods, in Wessel Stoker (ed.), Waar kunst religie kust. In discussie met Marc De Kesel over moderne religieuze kunst, Tilburg, , p.
Toen de 16de-eeuwse overschildering van het lam op het Lam Gods () verwijderd werd, kwam een ander dier tevoorschijn (afb. 1a-b). Het lam bleek geen snuit te hebben, maar veeleer een gelaat met ogen vooraan geplaatst in plaats van opzij. De oorspronkelijke schildering van het lam werd later gelaakt als een démarche, een middeleeuwse naïveteit die met 16de-eeuwse expertise moest worden overschilderd en gecorrigeerd. Niettemin bezaten Jan van Eyck (ca. - ) & Hubert van Eyck (ca. - ) met hun buitengewoon observatievermogen een onberispelijke kennis van de fauna en flora. De Meesters schilderden in plaats van het ‘natuurlijke’ lam, immers het ‘theologische’ lam: het lam Gods van de Openbaring met gouden stralenbundel. Bij de van Eycks wordt het apocalyptische lam een unieke, indringende gedaante, begiftigd met een haast menselijke blik als van de Mensenzoon zelf. Eén detail van de lamsogen ontlenen de schilders echter aan de dierlijke soort zelf: de overdwarse pupil die de geiten, de schapen en de herten gegeven is. Als kwetsbare prooidieren biedt de horizontale pupil hen een groter breedte-zicht. Waa
Primitieve kunstgeschiedenis
Verhalen van waanzin, zelfmoord, magie en misdaad
Enkele maanden geleden verscheen de Encyclopedie van fictieve kunstenaars. Van tot heden. [1] Dit boek, waarvan enkele delen eerder in De Witte Raaf (nrs. 76 en 77) zijn gepubliceerd, vormt een inventaris van allerhande verzonnen beeldende kunstenaars, die als personage optreden in romans, verhalen en toneelstukken. Het omvat ongeveer alfabetisch gerangschikte lemma’s en een reeks registers, die de personages op basis van diverse criteria rangschikken. De meest tot de verbeelding sprekende lijst is ongetwijfeld het register dat de fictieve kunstenaars in een chronologische ordening onderbrengt. Het gaat hier niet over de reële datum waarop de personages zijn ‘geboren’ (met andere woorden de publicatiedata van de boeken waarin ze opduiken), maar over de periodes waarin de fictieve kunstenaars gesitueerd worden. In die zin bestrijkt het boek een veel ruimere periode dan dat zijn ondertitel aangeeft: fictieve kunst was er reeds in het Paleolithicum, terwijl de kunstenaars Arjillax en Martellus actief zijn omstreeks het jaar Het gaat dus om een fictieve chronologie, die de volgende vraag opwerpt: kunnen we gewag maken van een fictieve kunstgeschiedenis?
Historische condities
Het wordt al snel