Biografie wf hermans otterspeer
In november , vlak voor het verschijnen van zijn Hermans-biografie De mislukkingskunstenaar, noemde Willem Otterspeer de bezorgers van de Volledige Werken van Willem Frederik Hermans ‘schapen’ die aan ‘schoolfrikkerij’ doen. We hadden, geciteerd in een opiniestuk van Max Pam in de Volkskrant van 20 november , onze gereserveerdheid ten opzichte van de biografie geuit, die we onder andere ‘voor latere generaties onbruikbaar’ noemden. Daar hadden we onze redenen voor. We hadden (op verzoek van uitgeverij De Bezige Bij) het manuscript gelezen, daarin veel ongerechtigheden geconstateerd, een grote hoeveelheid opmerkingen gemaakt en ten slotte geconstateerd dat het eindproduct te wensen overliet. Volgens Otterspeer gingen onze opmerkingen, zoals hij in een interview () liet weten, louter over ‘hoe je Dostojewski spelt en een voetnoot maakt’. Op zich klopte dat: Dostojevski was in het manuscript op drie verschillende manieren gespeld en van een deugdelijk voetnotenapparaat was geen sprake.
In ‘Fout(jes) in vredestijd’, gepubliceerd in De Gids van januari , gaat Otterspeer nogmaals de confrontatie aan met de ‘filologische fixatie op foutjes’ () waarmee hij bij de voorbereiding van zijn biografie te maken zou hebben gehad. Deze laatste publicatie is voor ons de aanleiding om
Het venijn van het gelijk. Willem Frederik Hermans,
Twee jaar na het eerste deel van de grote Hermans-biografie van Willem Otterspeer is nu deel twee verschenen: bijna duizend pagina’s tekst. Het boek beslaat de jaren Otterspeer hanteert dezelfde opzet als deel 1: chronologisch, hoofdstukken met sterk afgebakende onderwerpen en veel aandacht voor de inhoud van Hermans’ werk.
Waarheid en Rancune
In de inleiding geeft Otterspeer meteen een treffend citaat van Hermans’ karakter. Hermans maakte een onderscheid tussen lachende pessimisten en boze optimisten en rekende zichzelf bij de eersten. “De eerste soort heeft altijd gelijk. Dit is geen waardering, doch een constatering. De lach is de braakbeweging waarmee men bedorven geestelijk voedsel uitstoot.” (14) Door deze lach wordt de belediging gewroken.
Hiermee verklaart Otterspeer de achtergrond van de titel van dit tweede deel. Wrok gaat bij Hermans over rechtvaardigheid, over “de onbedwingbare neiging uiting te geven aan wat hij als waar ziet.” (14) Dit is een positieve eigenschap. In het tweede deel van zijn leven werd het steeds meer rancune, waarbij zijn zelfkritiek meer naar de achtergrond verdween.
Deze houding van Hermans leidde, net als eerder in zijn leven, tot een groot aantal conflicten met de buitenwereld. Hij ve
'Hermans-biografie is bevreemdend en nauwelijks toegankelijk'
Volgende week verschijnt de lang verwachte biografie over Willem Frederik Hermans. Biograaf Willem Otterspeer heeft er meer dan elf jaar over gedaan. Hij kreeg van de erven en het Willem Frederik Hermans Instituut ongehinderd toegang tot de archieven en kon bij de redactie van zijn werk rekenen op de steun van het Huygens Instituut voor Nederlandsche Geschiedenis, dat teksten en bronnen onderzoekt. Het instituut is, wat de wetenschappelijke kant betreft, verantwoordelijk voor de uitgave van de Volledige Werken van Hermans.
Overigens verschijnt nu pas het eerste deel - pagina's dik. Het omvat de periode De meest vruchtbare periode van Hermans schrijversleven moet nog komen. Als Otterspeer op dezelfde voet doorgaat, heeft hij zeker nog drie delen te gaan. Opzienbarend is dat wel, want toen hij aan zijn klus begon, heeft Otterspeer zich nogal smalend uitgelaten over die uitdijende biografieën waarin geen maat wordt gehouden.
Als Otterspeer op dezelfde voet doorgaat, heeft hij zeker nog drie delen te gaan.
Mislukkingskunstenaar
Als Hermans-liefhebber beving mij een gevoel van bevreemding bij de naar Kafka verwijzende titel: De mislukkingskunstenaar. Wat een rare titel voor de meest succesvolle
De werkkamer van de biograaf
Willem Otterspeer en W.F. Hermans
Peter Buwalda
Bollandbiograaf en bijzonder hoogleraar Universiteitsgeschiedenis Willem Otterspeer werkt aan vier boeken tegelijkertijd, waaronder de levensschets van Willem Frederik Hermans. Maar ‘biograaf’ wil hij zichzelf niet noemen. ‘Het schrijven van een biografie is tamelijk makkelijk.’ Dat mag zo zijn, Otterspeers intellectuele laboratorium aan de Leidse Boerhavelaan is ook een beetje een werkkamer van een biograaf.
Foto 1. De archiefkast
‘Hierin bewaar ik de uittreksels die ik maak van de correspondenties die Hermans voerde. De 48 dozen met die brieven worden beheerd door het Letterkundig Museum. Alleen het editieteam dat de Verzamelde Werken bezorgt en ik mogen er in kijken. Een keer in de week ga ik erheen en lees weer een stukje van die enorme berg. Ik maak samenvattingen en berg ze weg in deze kast op naam van de ontvanger. Hermans bewaarde werkelijk alles, het kleinste kattebelletje incluis. Van elke brief die hij schreef, maakte hij een doorslag. Dat heeft een polemist naast een goed geheugen natuurlijk nodig: een goed archief. Wat me het meest frappeert aan al die brieven is dat de man die eruit tevoorschijn komt altijd uitgesproken zichzelf is.
Wim Berkelaar
Op zondagochtend 31 januari trof ik Hermans-biograaf Willem Otterspeer bij het historisch radioprogramma OVT. Otterspeer sprak daar over de verfilming van de roman Nooit meer slapen, een film onder regie van Boudewijn Koole. Ik zei hem bij die gelegenheid dat hij met zijn tweedelige biografie al bij al een indrukwekkende prestatie heeft geleverd. Hoe nu? Ik had toch kritiek op het eerste deel (De mislukkingskunstenaar) van deze tweedelige biografie? Zeker: ik vond en vind dat Otterspeer Hermans’ op zijn zachtst gezegd opportunistische optreden tijdens de oorlog teveel met de mantel der liefde bedekte en de schrijver ook verder onnodig groter maakte dan hij in werkelijkheid was (‘Nederlands grootste schrijver’) . Zie daarover de bijdrage ‘Een krans bij een standbeeld’ op deze website van januari Maar kritiek op een boek sluit waardering niet uit, integendeel. Ik las het tweede deel (De zanger van de wrok) al enige tijd geleden en maak hier mijn balans op: Otterspeers interpretatie van Hermans’ levensgang is uiteindelijk overtuigend.
Hoewel er ook waarderende besprekingen waren (onder meer van Jaap Goedegebuure in het Financiële Dagblad) leek het tweede deel van Otterspeers biografie met nog meer kritiek te worden ontvangen dan het eerste deel. Sch