Biografie lucebert recensie
Schierbeek werd nooit een Lucebert. De biografie van een innemend mens en een miskend dichter
Van de vijf ‘kern’-Vijftigers die met hun experimentele werk de Nederlandse poëzie in de jaren vijftig opschudden – Lucebert, Kouwenaar, Campert, Elburg en Schierbeek – is Bert Schierbeek () misschien wel degene met het minste publieke aanzien. Lucebert, Kouwenaar en Campert kregen de P.C. Hooftprijs, Schierbeek niet. Jan Elburg ook niet, maar die kwam tenminste nog ter sprake bij de juryberaadslagingen in , weet ik omdat ik daarbij was. In Redbad Fokkema’s studie Het komplot der Vijftigers wordt Schierbeek slechts mondjesmaat genoemd en in de tijd dat ik studeerde, eind jaren zeventig, stond hij bij velen min of meer te boek als een gefossiliseerd experimenteel.
Veelzeggende zin uit Geschiedenis van de Nederlandse literatuur : ‘Wanneer men de boeken van Schierbeek al niet ridiculiseerde, dan besprak men ze in de context van het surrealisme’; nogal wat lezers namen zijn werk niet serieus. Kop boven een recensie uit de jaren tachtig: ‘Schierbeek tóch leesbaar’.
Veel zichtbare invloed op latere generaties lijkt hij niet gehad te hebben, maar hij was een bijzonder innemende, sociale man, weet ik van ontmoetingen tijdens Poetry International in de jaren tachtig, waar hij een gra
Lucebert. Biografie
Inktzwart puzzelstuk, maar het past wel
Het werk van Lucebert is geen reactie op zijn gedweep met het nationaal-socialisme, maar staat in een literair historische traditie, schrijft Bertram Mourits.
[Essay] Het was een pijnlijk moment voor liefhebbers van Nederlandse poëzie: de onthulling dat Lucebert in het midden van de Tweede Wereldoorlog zonder enige reserve ‘Sieg Heil’ schreef onder enkele brieven die hij vanuit Duitsland aan vriendin Tiny Koppijn stuurde. Het werd – een beetje tegen de zin van auteur Wim Hazeu maar onontkoombaar – het grote nieuws waarmee zijn boek Lucebert. Biografie werd ontvangen.
Het nieuws riep de afgelopen dagen twee vragen op. Om te beginnen: mogen we nog wel genieten van het werk van Lucebert? Het antwoord op die vraag is natuurlijk Ja, want zoiets vragen we ons ook niet af bij J.C. Bloem, Gerrit Achterberg of Ezra Pound – om maar eens een zeer willekeurige greep te doen in de verzameling dichters met een rafelrandje. De vervolgvraag is interessanter: verandert de betekenis van het werk door deze kennis? Nee! riepen enkele liefhebbers om het hardst. De tekst blijft de tekst, daar verandert niets aan, en die vormt – naast het beeldend werk – de erfenis van Lucebert. Maar dit is lastiger vol te houden. Van op
Geheime taal
Deel FacebookTwitter
De biografie is een merkwaardig genre. Wanneer je op je eigen leven terugkijkt en probeert te omschrijven hoe je bent geworden wie je uiteindelijk denkt te zijn, zul je misschien in eerste instantie een aantal cruciale omstandigheden, gebeurtenissen of ervaringen noemen waarvan je aanneemt dat ze je persoonlijkheid hebben gevormd. Je wilt van je leven graag een doorlopend verhaal maken, met een coherente plot. Bovendien wil je dat het allemaal niet voor niets is geweest. Je bestaan moet zin en betekenis hebben, niet alleen voor jezelf maar ook voor anderen, misschien zelfs voor de wereld als geheel. Als je eerlijk bent zal je echter moeten toegeven dat je verhaal goeddeels op fictie berust. Het geheugen is notoir onbetrouwbaar, je blijkt enorm veel te hebben meegemaakt dat niet in de plot past, en tot overmaat van ramp moet je vaststellen dat het toeval steeds een hoofdrol heeft gespeeld. Wie ben je, waarom doe je wat je doet? De mens is zichzelf een raadsel. Wie dat niet inziet is naïef. En kunnen we onszelf al niet doorgronden, dan is het erg onwaarschijnlijk dat we onze naasten kennen, laat staan dat we kunnen weten wat er omging in iemand die we nooit hebben ontmoet.
Toch zijn er goede redenen om biografieën t
Verkleed als naakte keizer
Soms is de waarheid net een dier dat, plots als genageld aan het wegdek, recht in de koplampen van een naderend onheil tuurt. Pas dan staat het lang genoeg stil om bekeken te worden, pas dan rijst de vraag: wat doet dat diertje hier eigenlijk? In sommige gevallen zijn wij het dier, in weer andere zijn we de autobestuurder. En, heel soms, zoals in het geval van Jan Oegema’s meest recente boek, is iemand zowel dier als voertuig. Ik las het boek en zag hoe zijn wantrouwen frontaal op zijn felverlichte verlangen botst – en passant wordt de voorbij slenterende lezer meegesleurd.
In Keizersdrama: Lucebert opnieuw onderzoekt literatuurwetenschapper Oegema () zichzelf aan de hand van een van de meest illustere en (inmiddels) problematische figuren uit de Nederlandse literatuur. Twee vragen staan centraal: hoe is deze naoorlogse dichter Lucebert omgegaan met zijn eigen oorlogsverleden én hoe is de Nederlandse lezer, waaronder Oegema, op zijn beurt met hem omgegaan? In bredere zin gaat het boek daarmee ook om de relatie tussen auteur en woord, over vergeving, over de vraag waar ons verlangen naar achting en idealisering vandaan komt – en hoe wij met dat laatste dienen om te gaan.
Bert Swaanswijk, oftewel Lucebert, ‘keizer der Vijftigers’, belichaamde bi
Letterkunde
BOEKEN NR. 4, APRIL
Wim Hazeu: Lucebert. Biografie
door Christophe Van Eecke
De grootste Nederlandstalige dichter van de twintigste eeuw heeft eindelijk zijn biografie. Het onnavolgbare dubbeltalent Lucebert was in verschillende opzichten een buitenstaander en een spilfiguur tegelijk in de culturele omwenteling in Nederland, en bij uitbreiding Vlaanderen, na de Tweede Wereldoorlog. Hij was veruit de meestbegaafde dichter, en bovendien de zelfgekroonde keizer, van de Vijftigers, en tegelijk een beeldend kunstenaar die weigerde zich te laten inlijven bij de Cobra- of enige andere school. Hij hield zijn private leven en zijn scheppingsproces graag afgeschermd van de buitenwereld en haatte de publiciteit, wat hem in de praktijk niet ten goede is gekomen: zijn carrière en faam hebben aantoonbaar geleden onder zijn onwil om zich op het publieke forum te manifesteren (op enkele uitzonderingen in het begin van zijn carrière na, toen hij met een aantal opzienbarende publieke optredens, onder meer in het Amsterdamse Stedelijk Museum, van zich liet spreken, en in het laatste decennium van zijn leven, toen het omgaan met de publiciteit hem beter af ging).
Het leven van een dergelijk ongrijpbaar talent te boek stellen, mag een uitdaging heten.